één angst
Ik kan maar één angst
Één ding wat ik vrees.
Dat ik zal worden,
Door zijn en mijn acties een wees.
Als je ziet wat ik gezien heb.
Als je voel wat ik voel.
Pas dan begrijp je mijn angst.
Mijn angst om ooit zelf zo te worden.
Ik lees het af op alle straatnaam borden.
Één angst, laat mij nooit zo zijn.
Dit gevoel van angst, het is nooit fijn.
Als ik eraan denk springen tranen in me ogen.
Nog nooit heb ik gelegen, zo onbewogen.
Zorg ervoor dat ik jou dat nooit aandoe.
Genees mij, ’t maakt me levensmoe
Mijn angst te worden als hem.
Mijn angst, dat ik jou zo pijn doe.