kwou dat ik eventjes
rust kon krijgen,
van al die
overweldigende
geluiden dat ik hoor.
Van die stemmen,
die door de muren doordringen.
Ik wou dat ik heel even,
vrij kon zijn,
van mijn altijd
denkende geest,
van mijn altijd werkende
gedachten.
IK wou dat ik even
kon vluchten
van het lichaam
dat ik zo haat.
Kon ik maar even
weg stappen uit
dit leven,
dood zijn
voor een moment,
misschien voor
eeuwig,
heb ik maar
het lef,
want ik weet
wel hoe het moet.