Opgesloten in een glazen bol,
zo voeld het voor mij,
zo leeg, zo hol,
de wereld gaat aan mij voorbij.
Ik probeer het glas te breken,
maar het glas is te dik,
ik probeer er met iemand over te spreken,
help mij, help ik.
Opgesloten in een glasen bol,
het scheid mij van anderen,
zo leeg, zo hol,
kon ik dit maar veranderen.
Het glas te sterk?
Of ik te zwak?
Opgesloten in die glazen bol,
maar eindelijk een bast,
mijn leven en ziel zijn minder hol,
omdat ik weet dat jij op mij past.
Niet langer ben ik helemaal alleen,
bij jou durf ik te hopen,
wat ik zeg is wat ik meen,
ik zal proberen niet meer weg te lopen.
In een glazen bol ben ik opgesloten,
nee, dat wil ik niet,
de bol is nu eindelijk gebroken,
niet langer dit vedriet.