DE ZOEN VAN MIREILLE
Ik wou dat ik schilderen kon
Dan plaatste ik jou
Op een groot wit doek
Levensgroot, en mooi
Bloedmooi, zoals je bent
Jouw gezicht, je ogen en je mond
Vrolijk, stil en toch onbewogen
Teken ik de vrouwenvorm
Die mijn passie heeft herkend
Schilderen kan ik niet
Jou portretteren evenmin
Een gedicht, niet eens op rijm
Is het enige dat ik je geven kan
Het is je op het lijf geschreven
Maar het is niet het beeld
Dat ik voel
In mijn hart
Hoe beschrijf ik nu
Een kus en een verlangen
In één pennentrek
Ik schrijf over
Jouw mond
En spontane hoekjes
Met mijn stil trachten
Naar een kus
Jouw kus
Zoen ... één zoen
Van jou alleen