Klein geluk
Druppel na druppel pletst op de grond,
Het gras ruikt heerlijk en geniet van hun water,
De wind zingt en danst tussen zijn vallende vriendjes,
De donder slaat luid de maat en alles leeft mee,
Tegel na tegel, grasspriet en daken,
Alles is nat, Alles is blij en
de wolken kijken toe,
genietend van hun creatie
Ze lachen en alles klinkt als hemelse muziek.
Onderaan lopen de mensen als mieren,
Iedereen vlucht, iedereen vreest,
Overal spattende plassen en overal heerst er drukte.
Daar achter de grote huizen, tussen de bedrukte stad,
Kijkt een klein meisje wat er boven haar gebeurt,
Ze ziet al die lopende mensen, vallende regen, swingend onweer
En lachende wolken,
Langzaam komt er een glimlach te voorschijn en
zij geniet mee.