Liggend op je bed, starend naar het plafond
Vraag je jezelf misschien af
Hoe het met me gaat
Of wat ik nu voel, liefde is of haat
Op datzelfde moment lig ik misschien niet in bed
En staar ik niet naar het plafond
Maar denk ik evenzeer aan jou
En denk aan je woorden ‘ik hou van jou’
Welke betekenis hadden ze vroeger
Welke hebben ze nu
Ben ik nog steeds je bron van leven
Gaan we echt alles zomaar opgeven
Nog steeds bezit je de macht mijn gemoed te bepalen
Nog steeds ben je mijn reddende rots in de branding
Toch laat je me ’s nachts onrustig verder woelen
Smachtend om jou tegen me aan te voelen
Begerig snak ik naar dat ‘beetje rust’
en weet ik dat je maar kruipend mijn hart verlaat
Maar toch vecht ik door en wil ik uit dit diepe dal
Vooraleer ik nog veel dieper val
Herinneringen aan woorden en beelden
blijven doorheen de duisternis verschijnen
mijn huid verlicht door de schemering
mijn verlangen naar jou, oh wat een hunkering
ik lig op bed met mijn ogen halfopen
droom dat mijn lichaam door jou wordt beslopen
maar hoe hard ik ook staar naar het plafond
geen droom die me brengt tot wat ik bij jou vond!
Helaas…