Jij was daar voor mij,
Mijn hoofd op jou schouder,
Je hand zachtjes op mijn zij.
Je blauwe ogen zo stralend.
Het doet me pijn.
Om jou te zien.
Om bij jou te zijn.
Het is zo verwarrend.
Ik kan er niet meer tegen.
Mijn verleden achtervolgt mij.
Eerst was jij een zegen,
Toen zag ik wat ik misdaan had.
Van de rustige ik,
Is niets meer overgebleven.
Het was niet zomaar een tik,
De pijn was ondoordringbaar.
De Pijn proberen weg te halen,
Het maakte niet uit hoe,
Ik kwam alleen maar in diepere dalen.
Ik vind het zo jammer.
Schreeuwen helpt niet,
Bedreigen ben ik ongevoelig voor.
Zo jammer dat ik jou los liet.
Tranen maken nu niets meer uit…