We zitten aan tafel
Onze hoofden omlaag
Een droog stuk brood op ons bord
Mijn handen in mijn schoot
Was dat het woord dat
je grens overschreed
je bel deed barsten?
Met mijn ogen neergeslagen
voel ik je blik in mijn borst
En als ik langzaam rechtkom
Kijk je weg, stuurt me de laan uit
Ga toch weg, ik wil je niet