je haren in de wind die als slierten voor je gezicht uit dwarrelen,
je schoentjes die als maar dichter naar me toe komen,
die ogen die me zo sterk kunnen aankijken,
het zijn die kleine dingen waarvan ik echt kan houden,
je handjes die naast je lichaam hangen,
dat speelse neusje dat zo goed bij je past,
de vorm van je gezicht dat langzaam groter word,
je komt dichter en dichter,
de betovering word groter en groter,
iedere keer je dit doet,
iedere keer je naar me kijkt,
ik zie je graag.
P.B. (Hasselt, Belguim)