de bloem die opkomt nar de vorst.
de bloem die bloeid in de zomer.
ze voed de bijen,
en laat ons genieten,
genieten van haar mooie kleuren,
genieten van haar heerlijke geuren.
maar deze zomer,
is zij niet gekomen,
niet gekomen om haar werk te doen.
wand wij zijn de gene,
die haar er niet voor belonen