Jij, je houdt de wacht
over de altijd durende nacht
Jij, je straalt zo'n schitterend licht
over mijn hanse lichaam en gezicht
Jij, zo onbereikbaar als in een droom,
zo lief en toch zo vroom
Kon ik maar je eeuwig fonkelen aanschouwen
en was één mens maar zo gepoleist uitgehouwen
Jij, je bent mooier dan de ondergaande zon
ik wou dat ik je aanraken kon