Lieve verte
In mijn dwaze,
innerlijke verte
strooit zij
witte rozenblaadjes
in ademtochten,
warm, zoekend
naar schaduwzijden
dwarrelende
omkeerbaarheid,
Las ik haar
mond niet,
die sprakeloos
laatste momenten
nafluisterden,
zij zou een
stille verte zijn
dwaas in
haar gedaante.