In al dat geruis en al die chaos
En niemand weet het
En iedereen weet het
Het is kleurvol, melodieus en vol geur
Maar het is doorzichtig, geluidloos en ongeparfumeerd
Ik zie het en iedereen ziet het
Maar het is zo onzichtbaar
Het heeft zoveel namen in zijn naamloosheid
Ik heb het al lang en zal het altijd houden
En ook al heeft iedereen het, niet iedereen kán het
En het is zo mooi en zo puur en zo vredig
Het is als zaad uitgroeiend tot een vrucht…
…waaruit meer zaden komen
Maar het ís er niet
Heel normaal in haar absurdisme
Onderhuids en bovenmenselijk
Koester het, ik koester het en het is voor eeuwig en altijd
Altijd geweest en altijd zijn
Speel ermee, laat het regeren
Laat mij maar voor altijd spelen.