ik kan de slaap niet vatten
het janken van mijn ziel houdt me wakker
en ik verslap
want ik loop leeg
een gapende wond
die niet geneest.
messteek in mijn hart
en dan de pijn
altijd de pijn
als mijn nachtelijke angst
mij mijn slaap uitjaagt
en de straat op
waar ik belaagd word
door een invasie van geluiden,
waar ik op zoek ga
naar innerlijke rust
en dwalen zonder zonde
en dat ik dan
de uitknop heb gevonden
om niet te hoeven beseffen
hoe alleen ik ben.
Rauz