De dorens doorboren het midden,
Alles in het rond.
Niks meer gewoon,
Niks meer aardig,
Niks meer leuk.
Alles is maar omgedraaid.
Pijn,
Verdriet,
Doorkruizen elkaar,
Ik kan niks meer,
Alleen maar pijn lijden.
Elke traan,
Elke steek,
Doet oneindig veel zeer,
Alles door wat je zei,
Alles door wat je deed.
Elke keer als ik je denk,
Komt er een doorn bij.
Het zijn er al duizenden,
Duizend in het midden.
Ik kan ze er niet uittrekken,
Ze blijven maar zitten,
Zitten in het midden,
In het midden van mijn hart.
Ik wil weer gewoon zijn,
Ik wil weer kunnen lachen.
Het heeft toch geen zin,
De dorens doen te pijn.
Je laatste roos ligt voor me,
Je allerlaatste roos.
Die dorens zitten in mijn hart.
Ik pak de roos.
AU!
Een doorn in mijn vinger.
Een doorn in het midden.
De dorens in het midden van mijn hart,
Doen zeer.
Maar alleen jij kunt ze eruit trekken.
Doe het!