Aan de waterkant zit een meisje
Niemand in de buurt
Overzwemmen zou ze willen
Rechtdoor en zonder omekeer
Enkels trillen en knieƫn knikken
Claartje aait met haar vingers
Tevergeefs kan ze niet voelen
In het water ligt een vogel
Stil en morsdood
Claartje kon zich niet beheersen
Honger naar moord