Schitterende Parel
Het was avond, de zon verdween
Ik keek naar de lucht, er was iets prachtig dat scheen
Het licht was schitterend en fel, schijnend in men ogen
Ik wist niet wat het was, ik voelde mij bedrogen
Ik sloot men ogen even, plots was het weg
Het was verdwenen, wat een pech
De volgende avond, zag ik het weer
Die schitterende parel, al voor de tweede keer
Hij was iets minder fel, en kwam naar mij toe
Ik ging een stap achteruit, men ogen werden moe
Hij viel voor me neer, ploffend in het gras
Ik nam hem vast en stak hem in men jas