Ik weet niet meer wie ik ben,
jullie hebben het weggehaald.
Ik heb mijn best gedaan,
maar in jullie ogen heb ik gefaald.
Jullie hebben het helemaal weggepest,
ik heb er alles aan gedaan.
In jullie ogen was ik een stomme hoop stront,
jullie konden me niet uitstaan.
Ik vroeg me steeds af wat ik fout deed,
nu ben ik mezelf kwijt.
Ik weet niet meer wie ik ben,
vind je het leuk om te zien hoe ik in het stof bijt?
Al zoekend naar mezelf,
heb ik nog steeds dit aardse bestaan.
Ik zal mezelf nooit meer vinden,
dit verrottende vlees kan maar beter weggaan.