Ik kijk in de spiegel,
ik schrik,
zie jou in mijn blik.
De druppels op t raam vormen jou gezicht,
doen ervoor zorgen dat ik zwicht.
Overal om me heen,
overal ben jij.
Je achtervolgt me op de voet,
je zit in mij.
Ik kan niet zonder of met jou.
het verleden grauw,
De toekomst misschien hemels blauw.
Het verleden willen vergeten,
de toekomst laten voor wat het is.
Pas toen ik je vergeefs lief had,
schreeuwde ik, ik haat je zo.
mijn broer,
wat er ook gebeurt is,
wat je me hebt aangedaan,
wat je allemaal hebt gezegt.
Mijn broer je beny het mijn broer,
en dat zal je zelf tot an de dood blijven.
Mijn broer.