Ik staar uit het raam van de toekomst vanuit de kamer van het verleden..
Ik kijk de volle kamer rond en zie de gang van het heden.
Ik wil graag naar buiten maar de kamer is te vol..
te vol met bagage die nog opgeruimt moet worden, mn hoofd slaat op hol..
Alleen de gedachte al maakt me gek, ik weet niet waar ik met opruimen beginnen moet..
En terwijl die gedachte heerst zie ik dat de kamer zich steeds meer opstapelen doet..
Buiten schijnt de zon, zijn vrolijke mensen en is veel vertier..
de deur van de gang van het heden naar buiten toe staat op een kier..
maar ik kan er niet heen..want de bagage heeft een muur om mij heen gebouwd..
van Sommige spullen die ik zie krijg ik rillingen en krijg ik het koud..
Ik zal veel kasten en dozen nodig hebben om dit alles op te ruimen..
maar de tijd laat dit niet toe..en laat mij dit verzuimen..
de stapels worden alleen maar hoger, er komt geen einde meer aan..
Ik hunker naar de dag..waarop ik weer naar buiten kan gaan..