Pap,
Je doet me vaak verdriet,
maar me verzetten doe ik niet.
Je slaat me alleen voor jouw genot,
en maakt mijn hele jeugd kapot.
Je hebt me halve ziel verslonden,
Me geslagen en aan een stoel vast gebonden.
En na een grote alcohol slok,
pakte je een dikke stok.
Nu heb ik striemen en blauwe plekken,
denk je dat ik dat voor m'n klasgenoten kan bedekken?
En dan nog het misbruik dat je van me maakt,
als je me met je vieze vingers aanraakt.
M'n hoofd is er niet bij op school,
omdat ik met m'n gedachten nog bij gister dool.
Toch zal ik je vergeven,
en proberen met je te leven.