De spiegel
De spiegel heeft me zien groeien,
van een klein kind tot nu,
hij heeft alles gezien wat ik deed,
of ik nu huilde of lachte,
alles werd gezien.
Elke dag stond ik er voor,
elke keer weer,
soms alleen soms met andere erbij,
vrolijk lachende gezichten waren er vaak bij,
kijkend of we er nog goed uitzagen.
De spiegel zag delen van mij die voor ander onbekend waren,
zag emoties die ik normaal niet toonde,
zag gekke gezichten,
raar kijkende ogen,
bewegende lippen zonder woorden.
Pratend tegen mijn eigen spiegelbeeld,
wachtend op een antwoord dat nooit zal komen,
hij heeft me zien groeien en bloeien,
steeds sneller bewegingen zien maken,
rustig kijkend naar mijn eigen gezicht,
controlerend hoe dat er nou uit zou zien.
Zonder spiegel ben ik niks,
mezelf niet kunnen zien is een ramp,
dan ken ik mijn gezicht niet,
dan weet ik de emotie niet die ik vandaag voel,
zonder spiegel om mijn ziel in te kijken,
recht in mijn ogen kijk ik naar binnen,
maar de spiegel is een ding,
zonder gevoel.
Ik draai me om,
keer mijn spiegelbeeld de rug toe,
loop er van weg,
nu is de spiegel alleen,
met zijn glas om zich heen,
misschien breekt hij ooit,
of ziet hij me verder groeien,
tot ik er niet meer ben.