Was hij maar geweest
Wat hij was toen ik hem zag,
Ingelijst, op geschept papier,
Dat op de tafel lag.
Was hij maar gebleven,
Die schim over het strand,
Door waterverf omgeven,
Door verlangen overmand.
Had hij maar gepast
Op het onbeschreven blad,
In de vurenhouten lijst die
Ik geschilderd had.
Dan leidde het nog nergens,
Was hij medogenloos omrand,
Was hij geworden wat hij toch wel is:
Een teken aan de wand.