bloedend huilt zij tranen,
in de stemmen van haar lach
de wonden vers gesneden,
in ochtendgloren van de dag ...
stenen kust zij zachtjes
de kasseien van vertier,
passen klinken langzaam
langs het kapotgeschoten dier ...
haar laatste blik
danst in de hand,
het vuistje steeds geopend
hetlichaam, in stil gebleven stand ...