Het hoofd loopt naar het schijnt nog een blokje om
het lichaam ligt waar het thuishoort; de bank omhoog
en ziet in de verte zijn brein aankloppen bij het schrale licht
De vaart zit er nu echt achter naar het schijnt; platvloers
Trek het gelijk dan uit de zolen en zet het denkzweet op
sterkwater waar het kan fermenteren tot balsamico
Dat zure gezicht dat ik trek terwijl ik de spiegle zie reflecteren
dat is voor mezelf bedoelt man snap je dat dan echt niet
Vooruit dan maar met die wekker die het raam uitvliegt
de vogels wakker maakt zoals het zou moeten gaan de
vrachtwagen die een gros kuikens laat ontsnappen op de snelweg
en ik daar midden in geel gillend rondrennend, platgewalst
Waar het geen licht is schat daar moet je zelf schijnen
de in het einde der tijden zal het branden mocht je het willen
dus steek je vinger in het contact en geef de informatie door
aann deze of genen die het mocht interesseren waaronder ik
Zie me dan met ledenogen aan en zie me smelten als gletsjer
Onbewoonbaar verklaarde platgeblakerde liefde als steppe
Rondsluipende tijger op jacht dan naar sappige antilopes
Waarschijnlijk is mijn natuur puur het verlangen te onderdrukken
Ik ben het samenzijn met mezelf zat en draai de schijf een slag
de achterkant van de scheerspiegel is gelukkig zwart en dus hoor
ik niks nog van het gekrakeel van een halfdronken in zijn toilet
verdwaalde vrijgezel met stoppels op kin en wangen; dode ogen
Auteur: Han Sterk | ||
Gecontroleerd door: Suus | ||
Gepubliceerd op: 30 november 2004 | ||
Thema's: |