de vogel slaat z’n vleugels,
om m’n broze, lege lijf,
gehuld weer in het veder
drijft elk sneetje dat ik donkerschrijf ...
met witte warme waaiers
in winterzucht gebracht,
zingt dichtgevroren waters
dat eenzaam in me lacht ...
en glinstert nat weer in de ogen,
dat langzaam in me loopt,
gebroken in de woorden,
die getekend eens zijn voorgelogen....