Gedragen
door de droge lucht
zweven wij
zonder wiekslag
naast elkaar
om hoger en hoger
te stijgen
en dan plotseling
te dalen...
Nu kan ons spel
weer opnieuw
beginnen
tot jij
langzaam
uit mijn leven loopt.
Mijn stem
glijdt
over je lichaam,
zingt je
streelsgewijs
in slaap
en valt ritselend
als gekrulde herfstbladeren
naast je neer.
Als jij nu gaat,
val ook ik
dan zachtjes dicht?