steeds moet ik weer verliezen
en altijd weer verdrinken in de pijn,
telkens weer harde woorden,
ze spoken in mijn hoofd alsof het mijn eigen gedachten zijn.
's nachts zie ik ze voor me,
allemaal in vuur en vlam.
ze willen telkens terugkomen,
totdat ik het niet meer aan kan.
ze vermoorden mijn leven,
vernietigen mijn ziel,
veraden mijn verleden,
alles wat me niet beviel.
ruzie's worden zo geboren,
haat word alsweer bijgevult,
sterkte is weeral verloren,
eindelijk het einde van al dat kromme gedult.