Het Boselfje
Een boselfje ligt in het gras.
Hij kijkt naar de lucht en ziet de wolken drijven.
Dat zou hij willen, drijven in de lucht net als een wolk.
Hij kijkt naar een bij die vrolijk rondvliegt.
Dat zou hij willen, vrolijk rondvliegen als een bij.
Hij kijkt naar een veulen dat rond huppelt in een wei.
Dat zou hij willen, rond huppelen in een wei net als een veulen.
Hij wil alles zijn, maar het liefst het allerliefst wil hij bij zijn familie zijn.