Ik ga zitten.
Ik begin.
En zal ervoor zorgen,
Dat ik mijn gedachten overwin.
Met woorden,
Al vormen ze soms een blok,
Zet ik tussen deze deur,
Een stevige stok.
Tegenover iedere gedachte,
Die me overmant,
Zet ik een zin,
Die met een ander samenspant.
Zo vecht ik mijn weg,
Door mijn eigen ellende.
Daag ik mezelf uit orde te scheppen,
In deze geestesbende.
en niets is lekkerder dan na die laatste zin teruglezen uit je eigen gekras
en zien dat je niet alleen jezelf
maar ook de taal weer meester was