De wind waait over 't water
zilte zeelucht, loom en warm.
Meeuwen schreeuwen
in een duikvlucht
krijsend achter elkaar aan.
Ik kijk even
naar het schouwspel van hun vrije vlucht.
Tranen vullen mijn ogen
en lopen onhoorbaar over mijn gezicht.
In de rust van het ruisende water
voel ik de hunkering,'t verlangen.
God alleen weet hoe ik je mis.
De wind laat m'n tranen drogen
En mijn gevoel is heel dicht bij jou
Een rilling gaat over mijn rug.
Een kus, warm en teder
voert de wind mee.
De meeuwen, duikelend in hun vlucht
Het gekrijs verstomd
Alsof zij voelden dat 'k mijn liefde naar jou verzond.