Worstelend. Worstelend met mezelf, mijn gevoel.
Woorden zitten opgesloten, gevangen, diep vanbinnen.
Maar mijn ogen spreken, weerspiegelen mijn ziel, mijn diepste verlangens.
Verlangens... zo diep verborgen, weggedrukt.
Tot... tot dan. Tot het slot verbroken werd. Onverwachts! Overweldigend!
Ronddwarrelend als verwarde gedachten.
Elkaar voortdurend voor de voeten lopend. Storend. Onsamenhangend. Constant veranderend van vorm. Losgebroken.
De rust verstorend met hun luidruchtige arrogantie.
Ze dienen opnieuw gevangen. Samengebracht tot één geheel. Opnieuw binnen de lijnen leren lopen.
Respect en waardering opbrengend voor hun meerdere: de innerlijke rust.
Opnieuw opgesloten. Weggedrukt. Zodat de pijn wegblijft. Net één stapje voorblijvend.
De pijn is een oude bekende. Niet welkom. Niet alweer. Niet opnieuw.
Dus worden gedachten gevangen. Opgesloten. Weggedrukt. Diep verborgen...
En worstel ik met mezelf... met mijn verborgen verlangens... diep vanbinnen worstelend om los te breken.
Worstelend met mezelf.
Worstelend...