(Loos= een chinees met pellekes)
Als ik nu niet slapen kan
Doe ik nooit een oog nog dicht
Ik wacht de wacht van dode fuivers
Die terug leven willen in de brouwerij,
dus brouw en drink ik nog een laatste
want die oude wijven willen toch
hun laatste halm van stro niet laten
waaien op een frisse wind
Ik drink en leg me neer
Verdoken achter de band, die gewoon verder speelt
en het lijstje af volhoudt in de routine.
Ik ben koud nu, maar achter de piano,
in het stof van oude noten leef ik nog
de band stopt niet en ik zing
als niemand me kan zien, zing ik
en daarom daarom slaap ik niet
want 's nachts ziet of hoort nog niemand iets,
's nachts doen ze dodo’kes
of woelt men in zichzelf
ik zing dan zwijgend, stom roep ik dan
stil, om niemand wakkermaken zing ik en
enkel de enkeling die zich in mijn droom bevindt
hoort hoe vals ik mijn best doe
en ik hoop ook in een droom terecht te komen
van iemand die even vals voor mij haar best doet
och, wie weet hoe verlang ik
naar iemand die van me droomt
dus als ik nu niet slapen kan
doe ik nooit een oog nog dicht