Je zei tot morgen, hier
in de roderozentuin.
Wij als verliefden, vol plezier,
we plukten de rode rozen,
we maakten hun doornen zacht en zoet.
Ik zei ook tot morgen, neem
de rode rozen mee naar huis,
Wij als verliefden, een zweem
van hun geur is nodig,
hun doornen staken vol kracht en goed.
Je zei tot morgen, maar
ik kan en wil niet wachten.
Wij als verliefden, het is zwaar
om alleen te kijken naar de bloemen,
we maakten hun doornen zacht en zoet.
Ik zei ook tot morgen, en uit kracht
putte herinneringen.
Wij als verliefden, tot de
volgende ochtend wachtten,
hun doornen staken vol kracht en goed.
Auteur: Miriam van der Meulen | ||
Gecontroleerd door: Frummel | ||
Gepubliceerd op: 06 juli 2004 | ||
Thema's: |