Waarom kan mijn ongeluk
geen plekje vinden in mijn hoofd?
Waarom ben ik op sommige momenten
door verdriet en pijn totaal verdoofd?
Waarom doet mijn gezicht
nog zo vaak zo'n pijn?
Waarom kunnen opa en oma
niet gewoon in leven zijn?
Waarom wordt juist nu
mij het geluk ontnomen?
Waarom ben ik bij dat ongeluk
niet gewoon omgekomen?
Waarom betwijfel ik zo vaak
of er een god bestaat?
Want er is geen god zo wreed
dat hij deze ellende gewoon toelaat