Spijt..
Nu voor 't eerst sinds jaren ziet hij haar weer,
zijn werk ging voor, steeds leken de dagen,
korter te worden en waren de vragen,
die eerst belangrijk leken, er plots niet meer.
Hij was 't ontwend, om er haar naar te vragen.
Pas nu hij haar ziet, door kanker geveld,
vraagt hij zich af of hij haar heeft gekweld,
door steeds maar achter zijn werk aan te jagen.
Opeens heeft hij door, dat de strijd om te winnen,
de drang naar de macht, gevoelens verdrijft,
Hij hoopt op een kans opnieuw te beginnen
en besluit dat hij nu een gedicht voor haar schrijft,
waarin hij haar liefkoost, met strelende zinnen,
maar nu de woorden niet over zijn lippen krijgt.