Mijn angst voor hem.
Mijn leven is een hel, verpest en geruïneerd
Dat alles door een iemand, die mij keer op keer kleineert
Door hem voelde ik me zo klein en machteloos
Door wat hij me flikte was ik radeloos
Weken lang zat ik in angst, te huilen en te beven
Want hoe kan ik in godsnaam, met zo’n geheim nog leven
Hij raakte me overal aan, ook al zei ik dat ik niet wou
Maar waarom dacht ik dat hij naar een klein meisje luisteren zou
Ik was bang voor hem, en deed wat hij zei
Anders deed hij me misschien wel weer zoveel pijn
Ik leefde maandenlang onder zijn macht
Voor altijd, in mijn gedacht.