Heel diep in de bossen
Verder dan de zachte mossen
Waar de kruinen elkaar begrijpend aanraken
En het licht verdund
In slierten strepen stralen diamantgeglans
Pierend loodrecht door het loof
Om me heel vanuit de lucht
Daar begonnen bloemen onder mijn voeten
Te groeien
Elke stap bevruchtte de grond
Ik liet een vrolijk kleurend pad achter
In het dichter wordende woud
Op een plek waar niemand woont
Geluid heel strafbaar wordt
Akelig stil alleen
Met de ogen van een uil
Nog dieper weg van huid
Net daar
Daar zat iemand
Te schitteren
Het licht kwam uit hemzelf
Er dansten vlinders om zijn hoofd
Hij lachte lief, ik bloosde zoet
Maar moest weer gaan
Het duister in
Ik had het zelf niet echt geloofd
Hier in dit woud.