De vrouw bedrijft de liefde om zestien uur dertig.
Maar tevergeefs ga je op zoek
naar de aard van haar reumatische aandoeningen,
de schaduw van haar verdriet.
Wat een leven, zeg ik,
terwijl ik mijn koffie drink
voor het venster
dat de winden en de stormen
weerspiegelt. En dan, zeg ik:
foert, dan maar!
We eten,
we stoppen met ontwaken.
We worden menselijk. De oorlog,
dat zijn wij.
Het is vijf uur.
De vrouw, heeft ze de liefde bedreven?
Ik, ik was me verloren in de spiegel
van haar verre
woorden.
Ik had een bad genomen
En viool gespeeld.
(10 januari 1993;
Auteur: rosseel eric | ||
Gecontroleerd door: christina | ||
Gepubliceerd op: 20 mei 2004 | ||
Thema's: |