Alleen door de straten, alleen door de stad
Volkomen verlaten, geen liefde gehad.
Ik kijk naar de mensen, ik boei ze geen reet
Ze praten vast verder, zo blij en compleet
Een leegte bekruipt mij, ik ben nu een prooi,
In de donkere steegjes, criminelen ontdooid
Wat zal er gebeuren? Dat is maar de vraag
Ik ga sneller lopen, in de verte iets vaags
Mijn foon nog op zak, ik check het heel even
De figuur komt dichtbij, ik begin wat te beven
Ik kijk om me heen, waar zijn al die mensen?
Mijn redding, mijn hoop, dat zijn nu mijn wensen
Misschien is het niets, dat stel ik me voor
De junks staan nu voor mij, ik snap wat ik hoor
Ze vragen mij netjes of ik dood wil gaan
Of liever ik mijn foon aan hen overstaan
Ik antwoord beleefd, “nee dank u, meneer”
En voel nu een klap, ze sloegen me neer
Mijn kaak lijkt ontwricht en ik kan niet bewegen
Ik heb hier ondertussen al uren gelegen
Waar zijn de sirenes? Waar is nu mijn hulp?
De wereld vervaagt en het lijkt net een pulp
Ik begin nu te denken, wat kan ik anders doen?
Over het leven en de geschenken, niet van nu, maar van toen
Een eigen wereld, daar leefde ik in,
een wereld van werk, van vrienden, gezin
Een wereld hierbuiten, een wereld zo mooi
Een wereld met duiten, met business als prooi,
Daar was ik gelukkig geblindeerd en blij
Ik zag echt niet alles van de wereld om mij
Ik droomde nog dromen en was echt niet bang
Maar da’s niet de wereld, ik lig hier al lang…
Er loopt weer een junkie, hij kijkt niet echt blij,
Misschien dat hij doorloopt, wat geeft hij om mij?
“Ey gozer.. ey.. gaatie?”, ik knipper mijn ogen
Hij pakt zijn mobieltje en belt uit vermogen
“Er lig hier een vriend, ey kom em es helpe..”
En in dat kwartier, probeert hij te stelpen
De hulp arriveert en ik word gered
Ik ga naar MIJN leven, mijn huis en mijn bed
Hier voel ik me veilig, hier voel ik me goed
En over een weekje, verkrijg ik mijn moed
Mijn foon is vergeten, aangifte gedaan,
En ik heb geleerd niet door steegjes te gaan…