Het is heel leuk,
Ik lag er van in een deuk.
Zo stond daar dan wel niet te zingen,
Maar ze doet wel andere(leuke) dingen.
Ze ging naar de stad met een vriendin,
Ze had eigenlijk niet veel zin.
Maar ze is wel gegaan,
Ze at daar geen banaan.
Het boek is best wel leuk,
Ik lig er van in een deuk.
Maar zij heeft altijd ruzie,
Het is nooit leuk in huis.
Het is daar niet pluis,
Met haar stiefvader die is niet aardig.
Maar haar broertje wel,
Dat is abeltje zijn bijnaam is appie,
Appelflappie
Ze heeft ook mail vrienden.
Die vrienden zijn echt fijn,
Dat zijn vrienden die er altijd voor haar zijn.
En het komt allemaal goed,
Want ze heeft veel moed.