tranen branden in mijn ogen
waarom heb ik angst?
omdat vogels vleugels kregen en ik niet,
de nacht viel voor de maan er was,
mijn leven voorbij kan zijn voor het begon,
verdwaald in donkere wolken zoek ik naar
mijn ik.
angstig kijk ik voor mij,
balanserend op een muur van goede momenten
voel de pijn van toen,
ik wil weer weg,
naar waar sterren de nacht voorzijn
de zon kan ondergaan
ik kan slapen op strand
hand in hand met de zee,
maar toch even alleen,
want het wordt me allemaal eventjes teveel,
daar waar ik mezelf niet meer hoor schreeuwen,
ik het verleden kan vergeten,
zonder een mens naast me,
denken, zonder teveel gevraag