Jij ging veel te vroeg bij me weg.
En ik vroeg me af waarom maar ik kreeg geen uitleg.
Mensen zeggen het was je tijd.
Maar ik wil jou nog helemaal niet kwijt.
Je reed in die auto op die weg.
Was dat het lot of gewoon pech?
Je rust nu van je lange reis.
Al krijgt niemand daarvan het bewijs.
Wie zegt er mij dat er een hemel bestaat?
En als die er is, of jij erheen gaat?
Ik kan geen vrede hebben met jou dood.
Jou plek in mijn hart blijft groot.
Ik zal jou heel erg missen gaan.
Want je had een veel te kort bestaan.