Waarom?
Jij, die knappe jongen,
Jij, die er zo leuk uit zag.
Je had zulke mooie ogen
en zo'n leuke lach.
Waarom ging het nou mis op die ene dag?
Ik dacht dat jij mij ook zag staan.
Je zei steeds vaker iets tegen mij
We waren samen, zij aan zij.
Waarom was jíj toen niet blij?
Ik had gehoopt op een toekomst,
een toekomst met z'n twee.
Het leek me echt geweldig.
Waarom zei je nou nee?
Er lag nog een lange tijd voor ons,
voor ons beide.
Ik wilde die tijd samen ingaan,
jij vond het beter om ons van elkaar te scheiden.
Waarom wilde je me verlaten?
Waarom vond je dat we onze eigen weg moesten gaan?
Zag je dan niet dat ene ding dat over mn wang biggelde,
die traan?