Ik werd wakker in het land van nieuwe taal, naschools ingegoten tot klem toon knikte.
Jong was dat en richting twintig toen schrijfsels zich op mij richtte. Daarin lag verband tussen land van droom en land van ontwaken; nieuwe taal vermengde zich met engeltaal; over en weer ontdekte ik levensdichters met een zelfde droom, dansend tussen talen. Een stad van staal gaf mij ten slotte de droom die ik niet durfde spreken,
maar die langzaam door drong in de koffervol herinnering.