Ze knielt neer in de kou,
de kou van haar ziel,
Trillend voor de spiegel,
haar evenbeeld dat haar aanstaart als een vreemde.
Ze is verloren in het duister,
het slachtoffer der doodveroordeelde,
zo zwart als ze lijkt,
is ze niet...
Zo dichtbij, hoe ver het ook te bereiken is,
stilzwijgend en doodbevroren,
van binnen, zij die de toekomst kent,
zij die hun zal verlaten.
verwelkte roos,
toekomstig graf,
verloren ziel,
de pijn, haar doodstraf.