Je was zo perfect voor me,
maar het had niet mogen zijn.
Anders was ik nu bij je
en dat lijkt me toch zo fijn.
Je was m'n alles, je was m'n niets.
Niets dan wachten en onzekerheid.
Ik kan weer vooruit denken,
maar ik weet gewoon niet hoe.
Is er wel iets?
Wanneer mag ik weer liefhebben?
Want in rotzooien heb ik geen zin.
Hoeveel moet ik nog voor je overhebben?
Breken komt altijd op een verkeerd moment,
maar dit was gewoon kapotmakerij.
De slechtste tijd van m'n leven en dan nog eens jij.
Mag ik wel hopen op een toekomst die er mogelijk niet is.
Ik moet sterk zijn zoals in alles,
onmenselijk sterk.
Maar nu ben ik ook eens gebroken.
En niemand lijmt de brokken voor me.
Waarom maken we de liefde toch zo complex als het ook anders kan?