'Hoi Meneer'.
'Ja, alles goed gaat goed, meneer'.
'Waarom ik uit het raam zit te staren?'
'Ik zag een engeltje voorbij varen.'
'Nee meneer, ik houd u niet voor de gek'
'Het was er echt, het stond op het dek'.
'Meneer, wordt nu niet boos'.
'Ik zag het echt, het had een roos'.
'Het bracht een roos voor de man die me dit aandoet.'
'Een zwarte roos, omdat hij zo kickt op bloed.'
'Bloed wat uit mijn ogen loopt'.
'Bloed dat traant als hij me aanraakt, bloot.'
'Het engeltje brengt respect'.
'Hopelijk heeft het effect'.
'Ik ben nu een beetje moe meneer'.
'Ik ben op dit moment een beetje teer.'
'Hoe kom ik daar bij?'
'Hoe voelt blij?'
'Ik kan het niet meer vinden'
'Het leven kan me niet meer binden'.
'De engel gaat me helpen zoeken'.
'Ze begint bij de man, in de kleinste hoeken'.
'Daar ben ik het kwijt geraakt'
'Toen hij in mijn leven is geraakt'.