Ode aan de vrouw
Edele geboren jonkvrouw.
Sta me toe dat ik enkele woorden tot u richt.
Sta me toe dat ik uw goddelijk aanschijn aanschouw
ofschoon ik weet dat ik uw aangezicht niet kan
bewonderen zonder het dragen van een zonnebril
omdat ik anders verblind word door uw schoonheid.
Sta me toe uw gehoor te strelen door mijn woorden
die vloeien als een rivier stromend uit het diepste
van mijn hart.
Sta me toe een kus te drukken op de rug van uw hand
maar niet op uw lippen omdat ik weet dat ik niet voldoe
aan de normen van een ideale man voor wie dit wel
is weggelegd.
Sta me toe uw haar, dat over uw schouders valt als
een beschermende mantel tegen de regen, te strelen zodat
ik aanvoel wat fluweel is, zodat ik weet wat zachtheid is.
Edele geboren jonkvrouw.
Sta me toe u elke dag te eren als het mooiste schepsel
van God.