Opeens is het donker.
Iemand deed het licht uit.
Nu lig ik hier, In mijn bed, in het donker
Ik hoopte wat maneschijn te kunnen opvangen.
Maar… het gebeurt niet.
M’n gedachten dwalen af,
En ik kom bij jou terecht.
Je ogen, je neus, je mond, je voeten,
Je handen en nog zoveel meer.
Door deze gedachten sluit ik m’n ogen,
In de hoop dat er geen traan plots uitspat.
Het is al voldoende dat m’n hart huilt.
Plots weer licht. 7u.
En denk weer aan hem.
Straks, straks zie ik hem.
Ik meld me ziek
En hoop dat deze dag een eeuwigheid duurt.